Mythes rond het familiebedrijf: Slechts 13 procent van de familiebedrijven haalt de derde generatie

Johan Lambrecht

“Slechts” 13 procent van de familiebedrijven haalt de derde generatie en een “schamele” 3 procent van de familiebedrijven passeert de kaap van die derde generatie. Het zijn vaak aangehaalde cijfers. Maar helaas: ook dit is een mythe.

De percentages zijn gebaseerd op een onderzoek van de Amerikaan John Ward uit 1987. Hij had 200 family-owned industriële bedrijven uit Illinois in de Verenigde Staten bestudeerd, die in 1924 minstens vijf jaar oud waren en minstens 20 werknemers telden. Hij stelde vast dat in 1984 13 procent van die 200 familiebedrijven, of dus 26 bedrijven, nog steeds eigendom was van dezelfde familie als in 1924.

Voor onderzoeker Ward waren 6 van de 200 familiebedrijven succesvol, omdat hun personeelsbestand tussen 1924 en 1984 met 10 procent was gestegen. Uit dat resultaat wordt afgeleid dat 3 procent van de familiebedrijven (6 op 200 familiebedrijven) de derde generatie overleeft.

Onbetrouwbare cijfers

Die zeer onbetrouwbare percentages domineren nu al tientallen jaren wereldwijd het onderzoek en het beleid over opvolging in familiebedrijven. Ze worden nog steeds gretig aangehaald door onderzoekers en beleidsmakers, om te stellen dat familiebedrijven falen in de opvolging.

John Ward heeft het letterlijk over de high failure rate, alsof familiale successie gelijkstaat met succes en niet-familiale opvolging faling betekent. De onbetrouwbaarheid van de percentages van Ward blijkt uit nieuw onderzoek naar de 250 grootste familiebedrijven in de wereld. Iets meer dan een derde van hen bestaat al meer dan 100 jaar.

Ook Vlaanderen scoort beter

Eigen onderzoek in Vlaanderen toont dan weer aan dat bij ongeveer de helft van de familiebedrijven de tweede generatie actief is. Bij een vijfde is de derde generatie in het bedrijf getreden en bij 6 % zelfs de vierde of hogere generatie.

Het is dan ook onbegrijpelijk en gevaarlijk hoe oude statistieken soms een eigen leven gaan leiden, waardoor ze hardnekkige mythes vormen.

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer