“De familiebedrijf-spirit zit diep in ons DNA”
De radiocampagnes van de voorbije jaren hebben hun doel niet gemist. Wie Bank Van Breda zegt, vult bijna automatisch ‘enkel voor ondernemers en vrije beroepen’ aan. Een gedroomde partner dus voor Het Familiebedrijf. CEO Dirk Wouters legt uit waar de bank precies voor staat en wat zijn verwachtingen zijn van het nieuwe structureel partnership met Het Familiebedrijf.
We kennen allemaal de slogan ‘enkel voor ondernemers en vrije beroepen’, maar kunt u Bank Van Breda situeren in het Belgische bankenlandschap?
Dirk Wouters: “Als kleine of middelgrote speler is er eind de jaren ’80 een oefening gedaan rond de vraag hoe je kan overleven in een landschap dat consolideert. Toen is er gekozen voor een nichestrategie, niet vanuit een niche als één product, maar wel als specialist in één doelgroep: ondernemers en vrije beroepen. Om die doelgroep goed te kunnen bedienen, kom je bij een aantal heel specifieke vraagstukken uit. Zo is de ondernemer vaak tegelijkertijd bedrijfsleider, financieel directeur van zijn bedrijf maar ook eigenaar. Alle ondernemers en vrije beroepers hebben één zaak gemeen: een deel van hun vermogen zit in het familiebedrijf, in de onderneming of in de praktijk. Vanuit die invalshoek het vermogen begeleiden vraagt een bijzondere expertise en die heeft Bank Van Breda door de jaren heen opgebouwd.”
Van oorsprong is Bank Van Breda zelf ook een familiebedrijf en er is nog steeds een familiale verankering. In welke mate leeft die typische familiebedrijf-“spirit” nog in Bank Van Breda?
“Ik denk dat dat diep in het DNA van ons bedrijf zit. De rechtstreekse dialoog met de familiale aandeelhouder is zeer belangrijk op dat vlak. Zowel de familie Delen als de familie Bertrand zijn aanwezig in onze Raad van Bestuur en op sleutelmomenten voel je dat enorm. Je voelt als het ware aan hun lichaamstaal de energie van de aandeelhouders als het gaat over investeringen op de lange termijn. Dat is een cruciaal gegeven, net zoals het feit dat we rond de tafel kunnen zitten met personen die beslissingen nemen over hun eigen vermogen. Zodra je beslissingen moet nemen over het vermogen van iemand anders, vallen er een aantal troeven weg en dat is voor mij een van de essenties en een van de grote sterktes van het familiebedrijf, zeker in de eerste generatie. De ondernemer moet verantwoording afleggen aan zijn klanten, aan zijn medewerkers, aan zijn gezin als het over work-life balance gaat, maar eigenlijk vooral aan zichzelf. Dat zorgt ervoor dat je op sleutelmomenten sneller en doortastender kan beslissen. Omdat je soms dingen kan doen op buikgevoel. Dat is een enorme troef en dat voelen we nog steeds in het DNA van onze organisatie. Er is een enorm vertrouwen van de aandeelhouders en vanuit dat vertrouwen kan je dingen bouwen die veel moeilijker zijn wanneer je continu verantwoording moet afleggen aan private equity, aan de beurs of aan een grote multinational.”
Nu wordt Bank Van Breda sponsor van Het Familiebedrijf. Vanuit welke motivatie of ambitie?
“We zien het als een partnership in twee richtingen. Het feit dat onze accountmanagers en onze experten dag in dag uit heel veel familiale ondernemers ontmoeten, zorgt ervoor dat we een heel goede voeling hebben met de problematiek. Die voeling sluit perfect aan bij de expertise die Het Familiebedrijf heeft opgebouwd. Ik zie het als de kruisbestuiving tussen enerzijds de dagdagelijkse praktijk en ervaring die wij hebben als bank en anderzijds de holistische, zowel praktische als wetenschappelijke, expertise die Het Familiebedrijf heeft opgebouwd, ook vanuit zijn nationale en internationale netwerk en vanuit de banden die er altijd zijn geweest met de universiteiten.”
U groeide zelf op in een familiebedrijf. Hoe hebt u dat ervaren?
“Ik vat dat soms samen als ‘sommige collega’s hebben een MBA gedaan na hun masteropleiding, ik heb twee jaar in het familiebedrijf kunnen meedraaien en dat is voor mij minstens evenwaardig aan een MBA’. Ik heb de situatie van binnen en van buiten kunnen ervaren, waarbij mijn vader en moeder – die allebei actief waren in het bedrijf – heel transparant waren. Ze betrokken me bij alles en dat geeft een enorme voeling met hoe het er in een familiebedrijf aan toe gaat. Het is ook op die manier dat ik de waarden die ik hoog in het vaandel voer, meegekregen heb. Het was een voorrecht om twee jaar te kunnen meedraaien in het familiebedrijf. Dat heeft me enorm verrijkt en in dat opzicht was dat een heel mooie ervaring. Tegelijkertijd was het een bedrijf in een sector waar ik minder affiniteit mee had. De dagdagelijkse activiteit was iets minder mijn ding. Het is mijn moeder die dat geobserveerd heeft en die me vroeg ‘ga je hier wel echt maximaal gelukkig worden?’. Zij heeft me aangezet om te reflecteren en andere horizonten op te zoeken en daar ben ik haar nog steeds heel dankbaar voor (lacht).”