Deugdelijk bestuur vereist een juiste attitude
Jozef LievensGeregeld vraag ik aan familiale ondernemers of een bepaalde belangrijke beslissing reeds door zijn raad van bestuur is besproken en goedgekeurd. Mijn vraag is soms des te meer pertinent omdat het familiebedrijf wel degelijk een raad van bestuur met externe bestuurders heeft en vaak zelfs prat gaat op een performante governance. Helaas luidt de reactie soms samenzweerderig: “Is dat wel nodig? Ik heb alle aandelen, dus ik beslis wat ik wil”.
Uiteraard is dergelijke reactie problematisch. Belangrijke beslissingen moeten nu eenmaal door de raad van bestuur worden besproken en goedgekeurd. Dat bepalen zowel de vennootschapswet als elementaire principes inzake deugdelijk bestuur.
Hoe komt het dan dat onze ondernemer reageert zoals hierboven omschreven? Het antwoord is eenvoudig: zijn attitude inzake governance zit niet goed. Om succesvol te werken moet men een mindset hebben, die uit drie elementen bestaat.
In de eerste plaats moet een ondernemer bereid zijn om macht te willen delen met anderen, in dit geval met de raad van bestuur. Voor ondernemers, die een familiebedrijf uit de grond hebben gestampt en er hun beste krachten aan gewijd hebben, is dit vaak niet gemakkelijk. Zij gedragen zich als zonnekoningen, die aan niemand verantwoording verschuldigd zijn. Wie wil werken met een actieve raad van bestuur moet het echter anders aanpakken en reële (mede)beslissingsgevoegdheid geven aan die raad van bestuur.
In de tweede plaats moeten de ondernemer en de familie echt willen luisteren naar externen. Voor veel familiale ondernemers is de externe bestuurder de eerste buitenstaander, die de inner circle van de familie vervoegt. Families denken vaak dat zij de waarheid in pacht hebben, vooral wanneer ze al jaren een succesvol bedrijf hebben uitgebouwd. Oprecht en met een zekere nederigheid luisteren naar de opinie van een derde valt moeilijk. Maar er is hoop: luisteren kan men leren.
Tenslotte moeten de ondernemer en de familie de afspraken respecteren, die met de externe bestuurder gemaakt zijn. Afspraken inzake informatieverstrekking, het beslissingsproces en de vergoeding zijn kernelementen.
Wat gebeurt er wanneer de ondernemer niet de juiste attitude afficheert? Ook hier is het antwoord eenvoudig: externe bestuurders, die onafhankelijk van geest zijn en zichzelf respecteren, haken af. En in het familiebedrijf wordt aan deugdelijk bestuur verder alleen lippendienst bewezen. Een gemiste kans dus voor onze ondernemer en het familiebedrijf.