Er zijn geen pasklare oplossingen voor de opvolging
Louis CauffmanFamiliale ondernemingen zijn de kathedralen van de Belgische economie. Ik verwijs graag naar de cijfergegevens die Instituut van het Familiebedrijf aanreikt: meer dan driekwart van de Belgische ondernemingen zijn familiebedrijven, iets minder dan de helft van de werkende bevolking in België werkt in een familiebedrijf, één derde van de totale waardecreatie komt van familiale ondernemingen.
Gezien de babyboom-generatie op de drempel van het pensioen staat, staan duizenden familiebedrijven in de komende jaren voor een generatiewissel. Elk individu is uniek, elke familie is uniek en dus is ook elk familiebedrijf uniek. De wijze waarop er naar een volgende generatie wordt overgegaan, is daardoor per definitie ook uniek.
Vele mogelijkheden
Er zijn geen pasklare oplossingen maar wel vele mogelijkheden. Fundamenteel zijn er daarbij drie grote richtingen: of men sluit de ogen en doet gewoon niets. Of men kijkt naar de volgende generatie voor opvolging. Of men kijkt naar buiten voor verkoop. Het spreekt voor zich dat er ook nog een hele reeks combinatiemogelijkheden bestaan. Als men op maat van bedrijf én familie zoekt naar de best mogelijke oplossing, dan ontrolt zich de weg naar de toekomst voor alle betrokkenen. Enkel de eerste optie, ‘na mij de zondvloed’, opent de weg naar een onontkoombare catastrofe: de ondergang.
De meerderheid van de familiale eigenaars droomt van opvolging binnen het eigen gezin of familie. Het familiebedrijf dat men heeft gesticht, is als het oudste kind van het gezin: men leeft ervoor, ervan en erin. De eigen identiteit word erdoor bepaald. En als men aan het moment toekomt dat er moet gedacht worden aan opvolging, betekent dat (meestal) dat er iets waardevols is om op te volgen. Aan wie geeft men het liefst datgene door wat het meest dierbaar is? Juist, de kinderen.
Vele obstakels
Maar voor het zo ver is, komen er vele obstakels op de weg, niet in het minst de vraag of ze het wel willen. De vraag die evenwel moeilijker te behappen is voor ouders is: kunnen ze het wel?
Onderzoek en ervaring wijst uit dat een opvolging gemiddeld vijf jaar in beslag neemt. Dat is dus geen klus die men even snel tijdens een weekendje in de Ardennen klaart! Integendeel, het motto is: als je gehaast bent, ga dan traag.
Men moet evenwel opletten om niet te vervallen in een al te romantische opvatting waaraan sommige families - maar ook adviseurs - zich durven te bezondigen, met name dat het bedrijf per se in de familie moet blijven. Dit kan zelfs extreme vormen aannemen waarbij het familiebedrijf een ziekte wordt met alle kwalijke gevolgen. Een pijnlijk voorbeeld uit onze praktijk: bij een beenhouwerij die al van voor Napoleon van vader op zoon overging, bestond de jongste generatie uit drie dochters en een zoon. Helaas was die zoon absoluut niet geïnteresseerd, noch bekwaam. De druk van de familie woog echter dermate door dat de arme jongen er ziek van is geworden. Gevolg: zoon ziek, zaak gesloten. Niet doen dus!
Een verkoop is geen taboe
Wij pleiten ervoor om een mogelijke verkoop niet tot taboe onderwerp te maken. Integendeel, zeker in complexe familie- en/of bedrijfsomstandigheden, moet het verkoopsscenario in alle openheid onderzocht worden. Zo kunnen alle familiale betrokkenen tezamen alle mogelijkheden en alle gevolgen overlopen. Die oefening zal de motivatie om binnen de familie verder te ondernemen zeker nog versterken.
Als familie gezamenlijk erachter komen dat een overdracht naar de volgende generatie zowel voor de betrokken kinderen als voor de toekomst van de onderneming, niet aangewezen is, vergt heel veel moed.
Maar dan openen zich andere scenario’s die zowel de familie als het bedrijf een aantrekkelijk perspectief op de toekomst geven. Men kan dan denken aan een verkoop aan derden of eventueel een verkoop aan de eigen medewerkers, of een combinatie hiervan. Als er geen toekomstperspectief is vanuit een bedrijfseconomisch standpunt, dan is een stopzetting of vereffening zelfs een mogelijke (dure) uitkomst.
Indien alle betrokken partijen in dit overgangsproces emotioneel en rationeel kunnen blijven, dan is er altijd hoop. En we weten dat hoop voor de menselijke geest is wat zuurstof is voor onze longen.