Familiebedrijven en private equity: het momentum benutten
Patrick De SchutterMet het Instituut voor het Familiebedrijf hebben we in 2014 heel wat aandacht besteed aan de relatie tussen familiebedrijven en private equity. Wij weten uit onze jarenlange ervaring dat dit een moeilijk onderwerp is, en voor veel familiebedrijven nog een echt taboe. Maar er kan niet genoeg op gehamerd worden, want de uitdagingen die op ons afkomen inzake de continuering van onze familiebedrijven zijn gigantisch en alarmerend.
We weten dat bijna 80% van alle bedrijven in België familiebedrijven zijn, en dat ze instaan voor meer dan de helft van het BNP. Diverse studies wijzen uit dat driekwart van deze familiebedrijven er de voorkeur aan geeft verder te bestaan als familiebedrijf. Maar daar wringt nu net het schoentje, want uit enquêtes blijkt ook dat ongeveer de helft van deze bedrijven totaal niet weet of er een geschikte opvolger in de familie voorhanden is om het familiebedrijf voort te zetten.
Dit betekent dat in de komende vijf à tien jaren gemakkelijk tien- tot vijftienduizend familiebedrijven per jaar op de markt kunnen komen wegens gebrek aan familiale opvolging. In een aantal gevallen zal private equity dan toch een zeer nuttig instrument vormen om ervoor te zorgen dat dit belangrijke deel van ons economisch weefsel behouden blijft.
Het is goed dat er de laatste jaren veel aandacht is gegaan naar deze belangrijke vorm van financiering van overnames. De markt heeft de intrede gezien van heel wat nieuwe spelers. Vaak gaat het om intiatieven waarbij succesvolle ondernemers een deel van hun vermogen samenvoegen om dit ter beschikking te stellen van private equity, in eigen beheer of via een overkoepelende structuur.
We missen slagkracht
Dat is allemaal zeer verdienstelijk, maar het leidt toch voor een stuk tot een te kleinschalige, lokale aanpak. We missen soms slagkracht omgrotere transacties aan te kunnen. In België zijn bijvoorbeeld weinig tot geen spelers actief die individuele transacties boven de 100 miljoen euro aankunnen. Het segment van ondernemingen met een ondernemingswaarde tussen de 50 miljoen en 1 miljard is weliswaar beperkt, maar het bevat wel een aantal échte parels van onze economie, die inzake economische en sociale impakt niet te verwaarlozen zijn.
Jaren geleden opperden een aantal vooraanstaande politici en captains of industry dat er dringend initiatieven moesten worden genomen om deze bedrijven te “verankeren”, maar op de keper beschouwd is daar niet veel van in huis gekomen. En vandaag is dit denkmodel voorbijgestreefd door de snel oprukkende mondialisering van de bedrijfswereld, waaraan ook onze familiebedrijven niet aan ontsnappen.
Ik ben al lang van mening dat we niet moeten streven naar verankering van aandeelhouderscontrole, maar wel naar verankering van beslissingsmacht. Bedrijven waar het beslissingscentrum in België verankerd is, zijn bij uitstek diegene zijn die nog investeren in België, tewerkstellen in België en innoveren in België. Onze Belgische economie kan enkel maar gebaat zijn bij een aantal belangrijke spelers waarvan de beslissingscontrole hier ligt en dus in zekere zin verankerd is.
Een warme oproep
Ik besluit met een warme oproep naar die partijen die de middelen hebben of kunnen bijeenkrijgen om in dit proces een vooraanstaande rol te spelen. Het Instituut voor het Familiebedrijf kan en wil hier aan meewerken, als hét kennis-en referentiecentrum bij uitstek voor de Vlaamse familiebedrijven. Laat ons het momentum benutten om mee te bouwen aan een economische en financiële toekomst voor onze grotere bedrijven, ten gunste van onze economie, onze kinderen en het hele maatschappelijk bestel. Dat private equity daarbij een rol van formaat kan spelen,, staat als een paal boven water!