Het toenemend belang van professioneel eigenaarschap: vijf pijlers
Sofie LerutHet belang van de professionalisering van het eigenaarschap komt steeds meer op de voorgrond in familiebedrijven. Ook het Amerikaanse Family Firm Institute (FFI) heeft recent een studie gewijd aan de professionalisering van de familie als eigenaar. Hierin wordt benadrukt dat het professioneel eigenaarschap steunt op vijf pijlers.
Een eerste en meest fundamentele pijler ligt volgens deze studie in de gedeelde waarden en doelstellingen. Deze vormen de basis van eenheid binnen de familie en kunnen worden geëxpliciteerd in een eigenaarsvisie, die gedeeld wordt over generaties en familietakken heen.
Vervolgens wijst men op het belang van psychologische factoren die men in de FFI studie de psychological glue of de psychologische lijm noemt. Cohesie onder de familieleden en het zich eigenaar voelen bindt zowel de familie als de organisatie. Deze factoren zorgen ervoor dat men zich als eigenaar betrokken voelt bij en positief staat tegenover het familiebedrijf, en dragen bij tot een goed beslissingsproces.
Een derde pijler bestaat uit de systematische en doelgerichte vorming van familieleden tot goede eigenaars. Dit veronderstelt vanwege zowel de familie als de individuele familieleden een continue bereidheid om bij te leren en te groeien op diverse vlakken. Men kan daarbij denken aan zakelijke of bedrijfseconomische kennis, maar ook aan meer ‘softe’ aspecten zoals communicatievaardigheden. In het FFI onderzoek kwam bijvoorbeeld voor individuele familieleden als belangrijkste competentie naar voor: empathie en het vermogen om gedragingen te interpreteren en te de-escaleren (‘family dynamics’). Voor families als groep werd als belangrijkste competentie gezien: een cultuur van open communicatie en het vermogen om constructief met conflicten om te gaan.
Ten vierde benadrukt men het belang van informele governance. Hiermee wordt verwezen naar informele, op waarden gebaseerde uitgangspunten voor het gedrag van familieleden. De families die deelnamen aan het onderzoek verwijzen bijvoorbeeld naar de cultuur en de rolmodellen binnen de familie.
Ten slotte verwijst men naar de formele governance zoals een familiaal charter, afspraken rond een familieforum e.d.m. De auteurs van de FFI studie noemen deze formele governance “de top van de ijsberg”: dergelijke structuren en documenten hebben hun nut, maar enkel indien de onderliggende pijlers stevig zijn en de formele governance daarop geënt en ermee gealigneerd is. Dit is meteen ook een sterk en terecht pleidooi voor het afstemmen van de governance op het unieke van elke familie. Standaarddocumenten met regels of afspraken die niet door iedereen gedragen worden, zullen weinig bijdragen en veelal dode letter blijven.
De auteurs van het FFI onderzoek benadrukken dat elk van de vijf pijlers belangrijk is. Men moet bewust aan elk van deze aspecten werken om als familie het eigenaarschap naar een professioneler niveau te tillen. Op die manier wordt de familie een eendrachtige en goed functionerende groep, en een efficiënte en competente speler in de beslissingsprocessen. Het uiteindelijke doel is immers het bijdragen tot de goede werking en de levensduur van het familiebedrijf.
Sofie Lerut
Partner Roots Advocaten
Meer over dit thema vindt u in het boek “Betrokken eigenaars, sterke familiebedrijven” van Jozef Lievens. De FFI studie waarnaar hierboven verwezen wordt is: ‘Professionalizing the Business Family: The Five Pillars of Competent, Committed and Sustainable Ownership’, FFI onderzoeksrapport door C. Astrachan, M. Waldkirch, A. Michiels, T. Pieper en F. Bernhard (zie ook ‘Commentary #6 on Professionalizing the Business Family: A research report sponsored by the FFI 2086 Society’, door Nancy Drosdow, in Family Firm Practitioner 24 juni 2020).