Twee keer nadenken voor je verkoopt

Jozef Lievens

Wie als familiaal ondernemer de pensioenleeftijd bereikt, kan drie dingen doen: kiezen voor familiale opvolging, verkopen of de eigendom houden en het bedrijf door een externe manager laten leiden. In een recente bijdrage plaatste private equity-specialist Filip De Clercq kritische kanttekeningen bij de verkoop. Ik wil ze u niet onthouden.

Filip De Clercq somt vijf kritische bedenkingen op:

- Hij waarschuwt voor al te groot optimisme omtrent de te verwachten overnameprijs. De overnameprijs wordt immers zelden volledig in cash betaald. Een gedeelte moet vaak onder de vorm van een zogenaamde “vendor loan” terug ter beschikking gesteld worden van de koper. Ook wordt er met “earn out” formules gewerkt, waarbij de prijs wordt vastgesteld in functie van te behalen milestones. Dit alles brengt met zich mee dat de verkoper meestal slechts drie keer de Ebitda ontvangt in cash en wordt opgezadeld met een ongezellige onzekerheid omtrent de uitgestelde betaling.

- Na de overname is de ondernemer zijn inkomen uit de vennootschap kwijt. Wie jaarlijks 100.000 euro verdiende moet minimaal 7 tot 10 miljoen euro zonder risico kunnen beleggen om hetzelfde bedrag te bereiken. In tijden van lage rente is dit niet evident.

- Het gezonde familiebedrijf wordt uitgehold door allerlei overname-kosten, die op haar worden afgewenteld.

- De overname wordt dikwijls betaald met gelden, die in het familiebedrijf zitten. In veel gevallen is er echter onvoldoende netto vrije cashflow om de prijs te betalen. Men probeert dit euvel te ondervangen door meer omzet te realiseren, hetgeen vrijwel altijd ten koste gaat van de marge. Het familiebedrijf wordt dus minder winstgevend.

- Vermits er veel middelen nodig zijn om de overname te financieren, investeert men niet meer in onderzoek en ontwikkeling.

Zowel voor de verkoper als voor het familiebedrijf zelf is dit een somber plaatje. Wat is dan volgens De Clerq de oplossing? Hij is groot voorstander van een fusie met een collega-familiebedrijf. Een interessante piste, die nader onderzoek vergt.

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer