Van de Velde: naar de vierde generatie zonder familiale leiding
Sofie LerutWanneer een familiaal ondernemer de pensioenleeftijd bereikt, kan hij drie dingen doen: kiezen voor familiale opvolging, verkopen of de eigendom houden en het bedrijf door een externe manager laten leiden. Familiebedrijf Van de Velde kiest resoluut voor de derde optie. Voor het eerst in zijn bijna honderdjarige geschiedenis zal Van de Velde namelijk geen familielid aan het roer hebben. In een interview in De Morgen lichtte Herman Van de Velde deze evolutie toe, en gaf hij meteen een aantal wijze overwegingen mee.
Herman Van de Velde is de derde generatie in het bedrijf. Hij wordt zestig en stapt uit de operationele leiding. Er zijn nog familieleden actief bij Van de Velde, maar geen van hen staat klaar om als CEO de fakkel over te nemen. Sommigen zijn niet geïnteresseerd in deze functie, voor anderen heeft het eerder te maken met de leeftijd.
Herman Van de Velde geeft toe dat dit emotioneel gevoelig ligt en dat hij liever de fakkel binnen de familie had doorgegeven, maar benadrukt tegelijk – zeer terecht – dat het belang van het bedrijf en zijn mensen moet primeren. Eerder dan absoluut een familielid naar voor te willen schuiven, heeft men een rationele keuze gemaakt in functie van de continuïteit van de onderneming. Dit siert de familie.
Anderzijds is de overgang naar CEO Ignace Van Doorselaere geen bruuske verandering. Hij leidt het bedrijf immers al seinds 2004 samen met Herman Van de Velde. Nu zal hij als enige aan het roer komen te staan.
Diverse kenmerken zijn belangrijk
Herman Van de Velde geeft in het interview meteen aan dat niet enkel de leiderschapsvaardigheden van de niet-familiale CEO belangrijk zijn, maar ook een aantal andere kenmerken: het zich kunnen inleven in het familiebedrijf, het aanvaarden dat men een familie naast zich heeft en het vertrouwen van die familie winnen, en een zekere bescheidenheid - die er in het geval van Van de Velde trouwens toe geleid heeft dat de periode van co-leiderschap succesvol was. Dit alles zijn inderdaad essentiële voorwaarden voor het succes van een niet-familiale CEO.
Omgekeerd moet de familie natuurlijk openstaan voor de betrokkenheid van een niet-familiale CEO en bereid zijn hem het vertrouwen te schenken en een stuk controle over het familiebedrijf af te staan. Een grote uitdaging voor de toekomst zal erin bestaan voldoende familiale betrokkenheid te behouden, en dit vanuit de rol en verantwoordelijkheden die familieleden voortaan nog zullen vervullen, als bestuurder en als aandeelhouder.
Een open en constructieve communicatie
Op dat vlak is de situatie nieuw en geeft Herman Van de Velde aan dat er wel degelijk vragen rijzen. Een open en constructieve communicatie tussen CEO en familiale bestuurders en aandeelhouders – waarbij vaak een belangrijke rol is weggelegd voor de voorzitter van de raad van bestuur – zal in elk geval centraal moeten staan. Voor de CEO zal de uitdaging erin bestaan de kwaliteiten die we opnoemden te blijven belichamen nu hij de enige kapitein op het schip wordt, zodat hij het vertrouwen van de familie behoudt.
Er werden bij Van de Velde in elk geval een aantal fundamenten gelegd die het familiebedrijf zullen helpen de kaap van de vierde generatie succesvol te ronden.