Verdere groei voor uw familiebedrijf met competente niet-familieleden (CNF’s)

Jozef Lievens

Voor familiebedrijven is het vaak onontbeerlijk om competentie niet-familieleden (CNF’s) niet-familieleden aan te trekken als managers, bestuurders of adviseurs.

De reden hiervoor ligt voor de hand. Naarmate een bedrijf groeit, neemt complexiteit toe. Het is statistisch onwaarschijnlijk dat elke generatie binnen de familie over het nodige talent beschikt om die complexiteit het hoofd te bieden. Het kan dan erg verstandig zijn om zich tijdig met CNF’s te omringen. Uit de studie “100-jarige familiebedrijven. Hun 10 lessen voor een langdurig bestaan” van prof. Johan Lambrecht in opdracht van Het Familiebedrijf blijkt dat openstaan voor derden een belangrijke succesfactor is voor familiebedrijven. Veel succesvolle familiebedrijven hebben dit overigens toegepast in de praktijk. Men denke aan AB-Inbev, Bekaert, Van de Velde en vele anderen. In zijn memoires “Honderd jaar verleiding. Het verhaal van lingeriebedrijf Van de Velde” schrijft Willem Van de Velde hierover: “Deze inbreng van buitenaf werkte verfrissend en hielp om de sterke expansie van de onderneming in goede banen te leiden”.

Externe professionals brengen ervaring mee die het bedrijf helpt professionaliseren. Dat kan gaan van financieel management en digitalisering tot strategie, HR-beleid of operationele aansturing. Deze competenties zijn onmisbaar wanneer een bedrijf een volgende groeifase wil bereiken. Familieleden hoeven niet alles zelf te kunnen; ze moeten vooral de juiste mensen aan boord halen.

Daarnaast brengen niet-familieleden iets binnen wat binnen families niet altijd vanzelfsprekend is: objectiviteit. In een familiale context lopen emoties en zakelijke belangen soms door elkaar. Opvolgingsdossiers, investeringsbeslissingen of reorganisaties kunnen daardoor complex worden. Een externe manager, bestuurder of adviseur fungeert als neutrale stem, stelt kritische vragen en helpt besluiten nemen die niet vertroebeld worden door familiegeschiedenis of interne gevoeligheden.

Ook voor de continuïteit spelen niet-familieleden een belangrijke rol. Niet elke generatie heeft een natuurlijke of beschikbare opvolger. Soms is de volgende generatie nog niet klaar, niet geïnteresseerd of beschikt ze (nog) niet over de juiste vaardigheden. Een externe CEO of manager kan dan een brugfiguur zijn, die het bedrijf verder uitbouwt terwijl de familie zich voorbereidt op de toekomst. In andere gevallen kiest men zelfs bewust voor een blijvende niet-familiale topstructuur, terwijl de familie zich richt op haar rol als eigenaar.

Verder helpen externe bestuurders en adviseurs het bedrijf om de governance te versterken. Ze brengen ervaring mee uit andere organisaties, introduceren professionele processen en houden het management scherp. Hun aanwezigheid versterkt tegelijk het vertrouwen van banken, medewerkers en externe partners: het geeft aan dat het bedrijf bereid is kritisch naar zichzelf te kijken en keuzes maakt die het lange termijnbelang dienen.

Tot slot heeft de inbreng van niet-familieleden een belangrijke symbolische waarde. Het toont dat het familiebedrijf open staat voor nieuwe ideeën, professionele groei en duurzame ontwikkeling. Het bewijst dat traditie en vernieuwing hand in hand kunnen gaan.

Kortom: het inschakelen van niet-familiale managers en adviseurs is geen teken van zwakte, maar net van maturiteit. Het is een strategische keuze die familiebedrijven helpt om sterker te worden, hun identiteit te bewaren én klaar te zijn voor de volgende groeifase


Jozef Lievens
Roots Advocaten

Het Familiebedrijf
Prof. EMS

16/12/2025

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer