VVPR-bis regime in het kader van de bedrijfsoverdracht
Gastblog MooreIn beginsel zijn dividenden onderworpen aan een roerende voorheffing van 30%. Het VVPR-bis regime voorziet echter onder bepaalde voorwaarden in een verlaagd tarief van roerende voorheffing. Wanneer men de aandelen vervolgens wenst over te dragen naar de volgende generatie is het niet onbelangrijk na te gaan of deze aandelen nadien nog van het gunstregime kunnen genieten.
VVPR-bis
In 2013 werd het VVPR-bis regime in het leven geroepen. Sindsdien is het mogelijk voor aandeelhouders van kleine ondernemingen om onder bepaalde voorwaarden te genieten van een lager tarief van 20% of 15% roerende voorheffing bij een dividenduitkering.
Het verlaagde tarief van roerende voorheffing bedraagt 20% voor dividenden die worden uitgekeerd uit de winst van het tweede boekjaar volgend op het jaar van inbreng, en 15% voor dividenden uit de winst van het derde en daaropvolgende boekjaren. Zo’n dividenduitkering gebeurt doorgaans bij de gewone algemene vergadering die vanaf het vierde en vijfde boekjaar samenkomt om over de winstverdeling te beslissen.
Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor het VVPR-bis regime, dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
- De vennootschap moet kwalificeren als een kleine of middelgrote onderneming (KMO) conform artikel 1:24 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) voor het belastbaar tijdperk waarin de kapitaalinbreng plaatsvindt;
- De aandelen moeten op naam staan;
- De inbreng moet plaatsvinden in geld en volledig volgestort zijn op het moment van uitkering;
- De inbreng moet zijn gedaan in het kader van een oprichting of kapitaalverhoging vanaf 1 juli 2013;
- De belastingplichtige moet de aandelen vanaf de inbrengdatum ononderbroken in volle eigendom hebben gehouden.
Gelet op de laatste voorwaarde zou een overdracht van de aandelen naar de volgende generatie er toe leiden dat het gunstregime verloren zou gaan. Evenwel voorziet de wet in enkele (beperkte) uitzonderingen waardoor het toch mogelijk wordt gemaakt dat een overdracht geen automatisch verlies van het gunstregime betekent.
De wet bepaalt enerzijds dat de overdracht van aandelen in rechte lijn of tussen echtgenoten ingevolge een erfopvolging of schenking geacht wordt niet te hebben plaatsgehad voor de toepassing van de bedoelde voorwaarde van het onderbroken behoud.
Anderzijds voorziet de wet dat de overdracht van aandelen, in rechte lijn of tussen echtgenoten, evenmin wordt geacht te hebben plaatsgehad voor de toepassing van de voorwaarde van volle eigendom wanneer die overdracht het gevolg is van:
- een wettelijke erfopvolging of een erfopvolging op een wijze die gelijkaardig is aan de wettelijke erfvolging;
- een ascendentenverdeling die geen afbreuk doet aan het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot.
Wet betekent dit in de vermogens- en successieplanning?
- Wettelijke erfopvolging bij overlijden
In geval van overlijden én de toepassing van de wettelijke devolutie, zal de volle eigendom van de aandelen vaak worden opgesplitst in vruchtgebruik en blote eigendom. Ondanks dat hierdoor de voorwaarde van de volle eigendom niet wordt behouden blijft het VVPR-bis regime in deze situatie van toepassing. Voorwaarde is wel dat aan de overige vereisten van het VVPR-bis regime wordt voldaan.
Indien een testament of huwelijkscontract dezelfde uitkomst bewerkstelligt als de wettelijke erfopvolging, blijft het verlaagde tarief eveneens van toepassing.
Wanneer er daarentegen wordt afgeweken van de wettelijke erfopvolging, zal het gunstregime verloren gaan, tenzij de aandelen in volle eigendom toekomen aan één persoon.
- Schenking en VVPR-bis?
Gelet op de voorwaarden is het mogelijk om de aandelen te schenken met behoud van het gunstregime, mét behoud van het VVPR-bis regime maar enkel en alleen op voorwaarde dat de aandelen in volle eigendom worden geschonken.
Het schenken van de blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik of schenken van louter vruchtgebruik daarentegen is problematisch aangezien dit het verlies van het regime tot gevolg heeft.
Bovendien is de uitzondering beperkt tot schenkingen tussen echtgenoten of in rechte lijn. Bij schenking aan derden of verre familieleden is het VVPR-bis regime niet meer van toepassing.
- Inbreng in maatschap en VVPR-bis?
Tot slot dient te worden opgemerkt dat het onderbrengen van de aandelen in de maatschap geen beletsel vormt voor de verdere toepassing van het regime. De voorwaarde van het onderbroken bezit werd door de wetgever ingegeven met de bedoeling om het voordeel van het verlaagd tarief van de roerende voorheffing te beperken tot de initiële aandeelhouders. Omdat de maatschap wordt beschouwd als een fiscaal transparant vehikel, wordt de inbreng van aandelen niet beschouwd als een onderbroken eigendom en kan men ook na een inbreng in de maatschap nog steeds het gunstregime blijven genieten.
Conclusie
Bij het plannen van een eigendomsoverdracht, of deze nu plaatsvindt bij leven, via testament of huwelijkscontract, is het van cruciaal belang om zorgvuldig de voorwaarden in acht te nemen die het behoud van het gunstregime waarborgen. Een onzorgvuldige of onvoldoende doordachte overdracht kan namelijk leiden tot het verlies van het aanzienlijk voordeel van het verlaagde tarief.
Auteur: Brecht Cnockaert – Advocaat bij Moore Law
15/10/2024