20-jarig IFB stelde 100-jarige bedrijven in de kijker
De Dag van het Familiebedrijf 2016 was andermaal een succes. Het Instituut voor het Familiebedrijf plaatste 100-jarige familiale ondernemingen in de schijnwerpers en puurde uit een nieuw onderzoek 10 lessen voor langdurig succes, waar andere familiebedrijven mee aan de slag kunnen.
De Handelsbeurs in Gent zat afgeladen vol voor de Dag van het Familiebedrijf. Bijna 300 familiale ondernemers, bestuurders en adviseurs kwamen luisteren naar getuigenissen van Johan Willemen (Willemen Groep), Herman Van de Velde (van de gelijknamige lingerieproducent) en Baudouin Velge (Bekaert). Professor Johan Lambrecht gaf toelichting bij het nieuwe onderzoek en de gedelegeerd bestuurders van het IFB, Patrick De Schutter en Jozef Lievens, hadden het over 20 jaar Instituut voor het Familiebedrijf en de toekomst.
Voortzetting als familiebedrijf is het doel
Het onderzoek naar de succesfactoren van 100-jarige familiebedrijven levert 10 lessen op voor langdurig succes: enerzijds moet het bedrijf succesvol blijven, anderzijds moet de familie ook de controle kunnen behouden. “Voor mij zijn de langetermijnvisie, de continuïteit en de voortzetting van de onderneming als familiebedrijf het uitgangspunt”, vertelde Johan Willemen. “We vinden het belangrijk om een familiebedrijf te zijn en spelen dat volop uit, ook in het buitenland.”
Daarnaast benadrukte hij het belang van het tijdig regelen van de overdracht: “Het bedrijf wordt nu geleid door mijn zoon Tom. Sinds hij enkele maanden geleden CEO werd, krijgt innovatie veel meer aandacht. Hij leidt het bedrijf vanuit het perspectief van innovatie, wat ik veel minder deed. Er is in korte tijd al heel veel gebeurd, en het zal ons toelaten om een disruptieve factor te zijn in onze eigen sector.”
Ook Herman Van de Velde had het over het streven naar continuïteit: “Ik beschouw het bijna als mijn plicht om het bedrijf mooier en groter door te geven, dan toen ik het zelf kreeg van mijn ouders. Ik geloof dus heel sterk in familiebedrijven, maar de achillespees is de verwevenheid tussen zakelijke logica en de familiale logica, die soms heel emotioneel is. Die moet je weten te verzoenen. Ik had veel appreciatie voor mijn vader, maar soms waren we het niet eens over het bedrijf. Als zoon moest ik naar mijn vader luisteren, maar in het bedrijf moest ik soms een andere logica volgen en voor mijn eigen visie opkomen.”
Externen aan boord halen
Het aan boord halen van externen heeft duidelijk bijgedragen tot het succes van Willemen Groep. Johan Willemen: “Na een overname met de steun van Gimv, heb ik de meerwaarde van externe bestuurders leren appreciëren. Daardoor beschikken we vandaag over een raad van toezicht waar naast de familieleden ook externen in zetelen. Die professionalisering verplicht je om geregeld in de spiegel te kijken en de kritische blik van de externen in een raad van advies, raad van toezicht of raad van bestuur helpt je ook bij het maken van keuzes.”
Succesvolle familiebedrijven staan dus open voor de buitenwereld. En ze zijn ook gericht op het buitenland. De internationalisering heeft het bedrijf Van de Velde bijvoorbeeld geen windeieren gelegd, zowel wat export als massaproductie betreft. “Vlaanderen is een kleine thuismarkt, dus we zijn sowieso op het buitenland aangewezen voor groei”, getuigde Herman Van de Velde. “Dat kleine nadeel is zelfs een voordeel, want we passen ons makkelijk aan. Onze buitenlandse concurrenten hanteerden bijvoorbeeld elk hun eigen, lokale maten. Wij plaatsten verschillende maten op onze producten. Dat gaf ons een extra troef.”
Lessen voor de familie
Toch blijft de familie gehecht aan Schellebelle, waar het 100 jaar geleden allemaal begon met een korsettenatelier. “Enkele jaren geleden kampten we met plaatsgebrek en hebben we een verhuis van de hoofdzetel overwogen. Dat zou goedkoper zijn geweest. Maar uiteindelijk vonden we de historiek te waardevol en beslisten we om onze vestiging in het centrum van Schellebelle ingrijpend te verbouwen. We blijven daar emotioneel mee verbonden.” Ook die les vinden we terug in het onderzoek van professor Lambrecht: het respect voor de roots en de verbondenheid met de lokale ‘terroir’.
Baudouin Velge behoort tot de ruime groep familiale aandeelhouders van Bekaert. Daar werden al in de jaren 1960 afspraken gemaakt over de relatie tussen familieleden en bedrijf en familieleden onderling. “Leon Bekaert, de zoon van de stichter, had als idee dat al zijn neven in het bedrijf moesten komen. In de jaren ’60 heeft men dat veranderd met een charter. Wie toen als familielid in het bedrijf wilde komen, moest drietalig zijn, industriële studies hebben gedaan en minstens vijf jaar externe ervaring hebben. Het was duidelijk dat alleen de beste krachten in het bedrijf mochten komen, zowel externen als familieleden. Vandaag zijn die regels er niet meer: iemand van de familie doorloopt gewoon de sollicitatieprocedure net zoals de andere kandidaten.”
Om de familiale harmonie onder de bestuurders te verzekeren, werden verschillende initiatieven genomen. “We hebben een interne website ontwikkeld waar alle informatie met betrekking tot de familie en over het bedrijf wordt gebundeld. Daar kan iedereen gemakkelijk aan informatie geraken. En twee keer per jaar, na de publicatie van de halfjaarresultaten, organiseren we een soort van analistenvergadering specifiek voor de familiale aandeelhouders waar voorzitter en management toelichting geven. De ontmoeting tussen familie en management zorgt ook voor een blijvende grote betrokkenheid bij het bedrijf”, aldus Baudouin Velghe.
Bekijk hier de foto's.