2017 wordt druk jaar voor familiebedrijven!
Het nieuwe werkjaar is gestart, en 2017 belooft een druk jaar te worden voor familiebedrijven. Er staan namelijk drie belangrijke dossiers op stapel, die een grote impact kunnen hebben voor familiale ondernemers. Jozef Lievens, co-gedelegeerd bestuurder van het IFB: “Ten eerste heeft minister Geens een nieuw erfrecht in het vooruitzicht gesteld. Daarnaast komt er een nieuwe versie van de Code Buysse. En last but not least hopen we uiteraard op een verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting voor familiebedrijven.”
Een nieuw erfrecht
Net voor de jaarwisseling keurde de federale regering op voorstel van minister van Justitie Koen Geens een hervorming van het erfrecht goed. Jozef Lievens: “Het huidige Belgische erfrecht dateert van het begin van de 19e eeuw. Het bevat een aantal regels die erg vervelend zijn voor familiebedrijven die hun opvolging in orde willen brengen. Aangezien we pleiten voor een tijdige planning van de familiale opvolging, is het goed dat men die hinderlijke bepalingen uit het erfrecht heeft aangepast.”
Het gaat onder meer om de regel rond gelijkberechtiging van de kinderen. “Dit is geen sinecure, vooral wanneer het familiebedrijf het belangrijkste deel vormt in het vermogen van de overlatende ondernemer”, legt de IFB-expert uit. “Er is het principe van de reserve, met name een deel van de nalatenschap waarover de overdrager niet vrij kan beschikken via schenking of testament. Terwijl we vandaag natuurlijk mogelijkheden nodig hebben om het familiebedrijf tijdig en op een goeie manier te schenken aan de volgende generatie. Nu zijn er verschillende verdeelsleutels, naargelang het aantal kinderen, die bepalen welk deel vrij beschikbaar is en welk deel tot de reserve behoort.”
“Eén van de hoekstenen van de hervorming is dat de wettelijke reserve herleid wordt tot de helft, ongeacht het aantal kinderen. Daardoor krijgt de overdrager veel meer flexibiliteit om zijn opvolging te regelen”, aldus Jozef Lievens. “Bovendien worden nu ook erfovereenkomsten mogelijk waarin de familieleden onderling afspraken maken over wie wat krijgt en welke waarde de aandelen vertegenwoordigen. Hierdoor wordt het mogelijk om gesofisticeerde erfrechtelijke planningen uit te werken voor het familiebedrijf.”
De hervorming zal dit voorjaar worden besproken in het parlement. De definitieve goedkeuring wordt tegen de zomer verwacht. Voor meer details over deze hervorming, lees dit artikel.
Een nieuwe Code Buysse
De Code Buysse, die aanbevelingen geeft voor corporate governance in niet-beursgenoteerde bedrijven, kwam tot stand in 2005. Het ging toen om een initiatief van een commissie, waarin ook Jozef Lievens een belangrijke rol opnam. Eind 2009 werd een vernieuwde en meer actuele versie voorgesteld: de Code Buysse-II.
“Maar intussen heeft de wereld waarin bedrijven actief zijn, natuurlijk niet stilgestaan”, vertelt Jozef Lievens. “Daarom zijn Paul graaf Buysse en ikzelf vorig jaar begonnen aan een nieuwe update van dit belangrijke charter voor behoorlijk bestuur. We willen de aanbevelingen actualiseren en nog meer familiale ondernemingen overtuigen van de nood en de voordelen van corporate governance. De nieuwe, herziene versie van de Code Buysse zal in de loop van het voorjaar worden voorgesteld.”
Hervorming vennootschapsbelasting
Een derde belangrijke hervorming die hopelijk in 2017 wordt gerealiseerd, is de hervorming van de vennootschapsbelasting. België kent momenteel een nominaal tarief van net geen 34% en hoort daarmee bij de hoogste tarieven in Europa. Jozef Lievens: “Uiteraard zijn er diverse systemen van aftrekken en compensaties, die voor een lager reëel tarief zorgen. Maar het is uitgegroeid tot een fiscale koterij, waarbij multinationale ondernemingen vaak nauwelijks nog vennootschapsbelasting betalen en familiale ondernemingen te hoog worden belast.”
Onder druk van andere landen die hun tarieven verlagen en onder impuls van diverse politieke partijen, werkt de regering-Michel aan een hervorming van de vennootschapsbelasting. “Er wordt al een hele tijd gecijferd om tot een lagere belastingdruk voor kmo’s te komen. We hopen vanuit het Instituut voor het Familiebedrijf dat men nu op korte termijn ook knopen durft door te hakken. En het mag vooral geen vestzak-broekzakoperatie worden, waarbij men aan de ene kant de vennootschapsbelasting verlaagt maar die verlaging aan de andere kant compenseert met verhoogde belastingen op de familiale ondernemers”, besluit Jozef Lievens.