"Als adviseur familiebedrijven moet je een helikoptervisie hebben"

Familiebedrijven hebben een andere eigenheid en dynamiek dan andere bedrijven. In hun begeleiding en advies vergen ze dan ook een eigen aanpak. Samen met de Ehsal Management School organiseert ‘Het Familiebedrijf’ dan ook sinds vele jaren de opleiding ‘Adviseur Familiebedrijven’ die zicht richt tot iedereen die specialist wil worden in familiebedrijven, van boekhouders-fiscalisten en juristen over bankiers, private bankers tot vermogensbeheerders. Advocaat Joris Roesems van FaluPartners volgde vorig jaar de opleiding en deelt graag zijn ervaringen.

Wat was voor u de aanleiding om deze opleiding te volgen?

JR: “De thematiek sluit perfect aan bij een aantal zaken die ik vaststel in mijn eigen praktijk. Ik ben vooral bezig met ondernemers en ondernemingen vanuit het ondernemingsrecht en ik dacht dat dit daar wel een mooie aanvulling op zou zijn. Het is bovendien altijd interessant om nieuwe mensen te leren kennen die de thema’s en problemen rond familiebedrijven vanuit een andere optiek benaderen en zo van elkaar te leren.”

Hoe verloopt de opleiding?

JR: “Het is een vrij intensief traject van twaalf sessies, telkens de dinsdagnamiddag van 14u tot 20u. Vaak was er eerst een theoretische uiteenzetting en daarna een praktische toepassing van wat net werd uiteengezet. Maar het wordt op een onderhoudende, interactieve manier gebracht waardoor de tijd voorbijvliegt. Het is ook niet meer het pure ex cathedra onderwijs dat je aan de universiteit krijgt of kreeg. Voor mensen met toch al wat beroepservaring is dat ook de juiste aanpak. Het is leuk om een aantal praktische toepassingen te kunnen bespreken met de andere deelnemers, die vervolgens af te toetsen met de docent en daar dan effectief een aantal zaken uit te leren. Die neem je dan mee naar huis om toe te passen in de eigen praktijk. Op het einde van de rit moet je een paper schrijven van een 7-tal pagina’s over iets wat je hebt meegemaakt in de praktijk of hebt opgestoken, positieve of negatieve ervaringen. Die paper wordt wel niet gequoteerd, maar ik heb begrepen dat als je totaal verkeerd zit, je wel de nodige feedback krijgt (lacht).”

U had het net over de docenten. Wie zijn de lesgevers?

JR: “Het zijn altijd mensen uit de praktijk en de twee grote sterren van de opleiding – als ik ze zo mag noemen – zijn enerzijds Jozef Lievens en anderzijds Johan Lambrecht. Twee mensen die toch wel dagdagelijks bezig zijn met die thematiek. Zij geven de meer theoretische benadering en daarnaast heb je een aantal mensen uit de praktijk, zoals begeleiders of mensen die effectief overnames of een overdracht van de ene naar de volgende generatie begeleid hebben, of advocaten die de fiscaal-juridische kant van de opvolging of van de bedrijfsstructuur bekijken. Er was ook Theo De Beir, die expert is in alles wat bemiddeling en onderhandelingen betreft… Patrick De Schutter die de waardering behandelt vanuit zijn ervaring als bedrijfsrevisor. Kortom, allemaal mensen met een degelijk professioneel track record, die effectief weten welke facetten allemaal aan bod komen in het kader van de begeleiding van een overdracht van een familiebedrijf.”

Wat hebt u vooral opgestoken van de opleiding?

JR: “Persoonlijk onthoud ik toch vooral dat je niet van alle markten thuis kan zijn, ook al denken we dat vaak. In de rol van adviseur van familiebedrijven moet je effectief – en daar ligt de grootste uitdaging – jezelf beperken tot de rol die je wil aannemen. Je moet je beperkingen kennen, jezelf aan banden leggen en vermijden om al te snel het terrein te betreden van specialisten. Sommige zaken besteed je beter uit aan andere partijen waarmee je kan samenwerken. Want als adviseur van een familiebedrijf zit je in een vertrouwenspositie en zodra je met de voeten op het terrein staat en een aantal facetten voor je rekening neemt, kan dat mogelijks tot conflicten leiden met een aantal van de familianten. Je moet aan de zijlijn staan, samen met de familiale ondernemer(s) en daar een rol in nemen die misschien wat tegennatuurlijk is vanuit mijn achtergrond als advocaat. In die zin dat je de belangen van de cliënt moet verdedigen, maar de vraag is dan wie is de cliënt en hoe kan je die belangen verdedigen… Je moet een soort helikopterperspectief aannemen, de kerk spreekwoordelijk in het midden houden en ik denk dat dat de grootste moeilijkheid of toch zeker de grootste openbaring is geweest van de opleiding. De termijn van dergelijke projecten overspant ook vaak een jaar tot meerdere jaren en ook dat is iets wat soms wordt onderschat. In mijn praktijk word ik doorgaans geconfronteerd met zaken als ‘partij betaalt niet’ en dat moet dan zo snel mogelijk worden opgelost. Terwijl ‘zo snel mogelijk’ en ‘overdracht’, die twee gaan niet samen. Dat is een van de facetten of inzichten die me het meest bijgebleven zijn.”

Afsluitend, welke troeven kunnen twijfelaars over de streep trekken voor deze opleiding?

JR: “In de eerste plaats de kwaliteit van de docenten, die toch wel weten waar ze over spreken en waar ze mee bezig zijn. Ook de manier waarop het aan de man wordt gebracht, het interactieve aspect, waardoor je er veel meer van opsteekt. En tot slot het feit dat je zowel met de docenten als met de andere deelnemers in discussie kan treden. Dat zijn voor mij de grootste troeven van de opleiding. Het was absoluut een verrijkende ervaring die ik zeker aanraad aan mensen met een professionele achtergrond als de mijne.“

De nieuwe opleidingenreeks start op dinsdag 10 oktober. Alle info en inschrijvingsmodaliteiten vindt u op: www.emsbrussel.be/adviseur-familiebedrijven

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer