Belfius-studie fileert problematiek van familiebedrijven: “Vier op vijf bedrijven zijn onvoldoende voorbereid op de aflossing van de wacht.”

Op de Dag van het Familiebedrijf kwam Véronique Goossens namens Belfius een bijzonder diepgaande studie over familiebedrijven in avant-première voorstellen. De studiedienst van de bank zocht naar concrete antwoorden op vragen als: hoeveel familiebedrijven staan aan de vooravond van een transitie, wat is het profiel van die familiebedrijven en hoe ver staat het met de voorbereiding van de opvolging?

De cijfers liegen niet. De eerste en belangrijkste conclusie luidt dat vier op de vijf familiebedrijven niet goed voorbereid zijn als het over de aflossing van de wacht gaat. De grote meerderheid van de bedrijven (80 procent) staat nochtans binnen de tien jaar voor een noodzakelijke overdracht aan de top. “Het is dan ook hoog tijd dat families nu al strategische keuzes maken om het voortbestaan van hun bedrijf te garanderen”, laat Véronique Goossens verstaan. “Als ze dat niet doen, dan kan dat betekenen dat die bedrijven hun activiteiten mogelijk moeten stopzetten, wat dan weer een enorm verlies kan betekenen op het vlak van tewerkstelling, kennis en vermogen".

Grote bedrijven doen het beter

Geografisch bekeken is Limburg de provincie waar het grootst aantal transities van familiebedrijven op til zijn. Antwerpen scoort dan weer het minst. De sectoren waar de problematiek van de aflossing zich het meest manifesteert zijn die van de landbouw, de industrie en het vastgoed. Bouwbedrijven en bedrijven uit de transportwereld en de logistieke sector zijn nu blijkbaar minder gevoelig voor de opvolgingsproblematiek. “Sowieso, en dat is zeer opmerkelijk, blijkt uit onze studie dat 82 procent van alle bedrijven met een te verwachten overdracht, mogelijks problemen zal ondervinden om het bedrijf succesvol over te dragen”, weet Véronique Goossens nog. “Het goede nieuws is dan weer dat grote familiebedrijven (met een omzet van boven de 250 miljoen) blijkbaar het best voorbereid zijn op de opvolging. In de helft van de gevallen is de opvolging door de jongere generatie verzekerd. Bij kleinere bedrijven zakt dat echter naar slechts een kwart.”

Begeleiding is een must

Uit de Belfius-studie blijkt overduidelijk dat de thematiek van de opvolging meer dan ooit onder de aandacht moet blijven. Belfius zelf heeft daarom een platform (Bizz Matcher) in het leven geroepen om, waar nodig of nuttig, alsnog een ideale overnemer te helpen vinden. Via Bizz Matcher kan ook het emotionele aspect – vaak een achilleshiel – beter gemanaged worden. Finaal heeft Belfius ook een samenwerking aangekondigd met het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB). Bedoeling van die entente is om relatiebeheerders van Belfius via opleiding nog beter vertrouwd te maken met de problematiek van familiebedrijven. Omgekeerd kan het IFB dan ook beroep doen op de expertise van de bank. “Het is alvast alarmerend dat zoveel familiebedrijven in de toekomst problemen kunnen ondervinden bij de generatiewissel”, aldus Jozef Lievens. “Zich tijdig voorbereiden (minstens vijf jaar vooraf) en zich laten omringen door experts is dan ook de boodschap.”