"Het familiebedrijf is het oudste kind"

Met ‘Developing and sustaining a successful family business. A solution-focused guide’ schreef klinisch psycholoog en bedrijfseconoom Louis Cauffman een praktijkgericht boek boordevol ideeën, voorbeelden en suggesties die familiebedrijven helpen de uitdagingen aan te gaan die onlosmakelijk verbonden zijn met hun bestaan en hun groei. Daarbij loopt één van zijn stokpaardjes – de oplossingsgerichte psychologie – als een rode draad door het verhaal van John en Annie, een koppel dat zijn eigen bedrijf start, uitbouwt en uiteindelijk ook overdraagt aan de volgende generatie. Maar wat is die oplossingsgerichte psychologie nu precies? Hoe kan ze familiebedrijven helpen en wat is The Solution Tango?

“De oplossingsgerichte psychologie vertrekt van een paar basisprincipes. De eerste premisse is dat elk menselijk systeem – of dat nu een individu is, een koppel, een gezin, een familie, een organisatie, een familiebedrijf … – altijd krachtbronnen ter beschikking heeft. Krachtbronnen zijn de elementen die ondanks de schijnbaar onoverzichtelijke miserie, toch nog goed werken. In de oplossingsgerichte psychologie gaan we dus altijd eerst op zoek naar die krachtbronnen, wat niet wil zeggen dat we blind zijn voor de problemen. Het tweede principe is dat we een probleem definiëren als een wens voor verandering. Als je de juiste vragen stelt, kan je dat probleem of die wens hervertalen in een uitdaging. Familiebedrijven die bij ons aankloppen, willen in de eerste plaats geholpen worden. We luisteren dus naar de problemen en geven erkenning, maar de essentiële vraag is ‘wat zou je in de plaats willen?’. En zo gaan we terug naar stap 1, de resources, de krachtbronnen: wat werkt er ondanks de miserie toch nog, zodat je daarmee kan doordoen. Verandering werkt het best op een bedje van behoud. Kortom, behouden wat werkt en veranderen wat niet meer functioneert. Het derde punt van de oplossingsgerichte benadering is dat de family business consultant drie verschillende mandaten te dragen heeft: een leiderschapsmandaat, wij bepalen wie we uitnodigen, welke vragen we stellen, in welke volgorde, welke thema’s we al dan niet aansnijden. We nemen dus leiderschap over het interventieproces. Het tweede mandaat is een coachend mandaat. Dat wil zeggen dat wij een context moeten creëren waarbinnen we onze cliënten helpen opnieuw zichzelf en elkaar te helpen door gebruik te maken van hun eigen mogelijkheden en krachtbronnen. Het derde mandaat is het stewardshipmandaat. De coach wordt verondersteld zijn stiel te kennen en moet als family business consultant weten hoe een familiebedrijf werkt. De kunst is natuurlijk te weten wanneer je welk mandaat inzet. Vervolgens bepalen we samen met de familie de doelen en daarbij vertrekken we vanuit de cliënt zelf en niet vanuit het model van de consultant.”

Het is dus een constante interactie?

“Absoluut. De oplossingsgerichte psychologie zegt dat de werkrelatie tussen de consultants en de familie met zijn individuen én het bedrijf én de connectie tussen de familie en het bedrijf, dat die werkrelatie de motor van verandering is. Het is geen psychotherapie, het is ook geen familietherapie, het is een combinatie van beide én er zit een groot luik bedrijfseconomische kennis aan vast.”

U hebt het in uw boek over de solution focused tango. Wat bedoelt u met die term?

“In de klassieke psychologische modellen die binnen familiebedrijven gehanteerd worden, vertrekt men van een bepaald concept waar men een theorie aan verbindt die uitmondt in bv. een tienstappenplan. En dat tienstappenplan, dat model, is leidend in het contact met de cliënt. De oplossingsgerichte benadering draait dat 180° om. Wij gaan aan het dansen met de cliënt en daar zijn vijf essentiële stappen voor. Ten eerste leggen we contact. Dat lijkt evident, maar wordt vaak vergeten. De cliënt moet zich begrepen voelen door zijn begeleider anders gebeurt er 100% zeker niks. Tweede stap: we verhelderen de context. Door de context te verhelderen, verbreden we de zaak en geven we in één klap aan dat we meer in de mens achter de familiebedrijven geïnteresseerd zijn dan in het probleem an sich. Derde stap: we bepalen de doelen. Wat moet er gebeuren? Intussen luisteren we – en dat is de vierde stap – niet naar de problemen en de oorzaken, niet naar wat er in ons model past, maar wel naar ‘wat gebeurt er bij die mensen’. Waar zijn ze toch nog goed in? Wat zijn de elementen die ik kan gebruiken om hen te helpen zodat ze zelf aan de slag kunnen. De krachtbronnen waar ik het eerder over had. Tot slot gaan we ondersteunend werken, in het Engels complimenting. Daarbij is het belangrijk te beseffen dat een compliment pas werkt als je het meent en als het relevant is. Dat zijn de vijf stappen van de tango. De inhoud waar we over spreken, komt van de cliënt en de situatie. Die stappendans is een hulpmiddel om te weten hoe we gesprekken, contacten en interacties zo goed mogelijk kunnen sturen in de oplossingsgerichte benadering.”

U had het daarnet over psycho- en familietherapie. Wat kunnen familiebedrijven doen om psychologisch gezond te zijn en conflicten te vermijden?

“Mijn advies: probeer niet mordicus elk conflict te vermijden. Door conflicten absoluut te willen vermijden, dreig je het net onoplosbaar te maken. Conflicten horen bij de mens. Daar is ook helemaal niets mis mee. Je kan maar met iemand een conflict hebben als je iets gemeenschappelijks hebt. Het familiebedrijf – zeker in een eerste en tweede generatie – wordt altijd aangevoeld als ‘oudste kind’. Men leeft met, voor en door dat oudste kind. Het geeft zin, betekenis, verbintenis en euro’s. Maar dat oudste kind kan niet voor zichzelf zorgen. Dat moet de familie doen. Door enerzijds niet alle mogelijke problemen onder de tafel te vegen en anderzijds door een evenwicht te vinden tussen ‘elk-doet-zijn-eigen-goesting’ en het belang van het oudste kind. Het komt er dus op aan de onderlinge manier van denken, doen, handelen, beslissingen nemen, enz. zo goed mogelijk af te stemmen op wat aangewezen is voor dat oudste kind, zonder dat men zichzelf verwaarloost. Want dan wordt het familiebedrijf een ziekte en dat werkt ook niet. Vroeger zeiden we dat wat goed is voor het familiebedrijf, ook goed is voor de familie en niet noodzakelijk andersom. Ik zou het vandaag anders formuleren: wat goed is voor het familiebedrijf is veelal goed voor alle betrokken familieleden als ze bij het familiebedrijf betrokken willen blijven.”

‘Developing and sustaining a successful family business. A solution-focused guide’ – Louis Cauffman, Routledge, 2022 – 208 pagina’s

Meer info: www.louiscauffman.com

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer