Internationalisering maakt Ardo en Ter Beke incontournable
Twee Belgische familiale groepen veroveren de wereld. Ardo neemt een Canadees bedrijf over en rondt zo de kaap van 1 miljard euro omzet. En ook de voedingsgroep Ter Beke werkt aan een reeks overnames, om zijn doel waar te maken door te groeien naar 1 miljard omzet. “Deze familiebedrijven hebben ambitie en slagkracht. Ze kunnen dankzij de overnames niet alleen hun omzet opdrijven, maar vooral ook schaalvoordelen en dus meer efficiëntie halen”, oordeelt Patrick De Schutter, co-gedelegeerd bestuurder van het IFB.
Het internationale traject van Ardo komt niet onverwacht. Drie jaar geleden besloten de familieleden achter Ardo en Dujardin Foods elkaar niet langer te beconcurreren, maar samen te gaan. Patrick De Schutter: “Beide bedrijven haalden een omzet van 300 tot 400 miljoen euro. In amper drie jaar tijd gaan ze nu over het miljard. Ik denk dat dit een belangrijke stap is in de verdere uitbouw van die fusiegroep. Nu de familiale vetes definitief tot het verleden behoren, bezit de groep Ardo een immense slagkracht, die haar toelaat internationaal door te groeien.”
Omzet is geen doel op zich
De ratio gaat echter veel verder dan omzetgroei en marktaandeel halen. “Cijfers mogen geen fetisj zijn. Het is niet omdat je veel omzet haalt dat je goed bezig bent en voldoende winst genereert. Maar schaal is zeer belangrijk in de diepvriesgroentensector. Er wordt gewerkt met kleine marges, dat heeft een duidelijk effect op de winstgevendheid”, legt De Schutter uit. “We zien intussen wel dat het nieuwe Ardo de vruchten begint te plukken van zijn fusie.”
En nu is er dus een eerste overname buiten Europa. “Ardo is veel minder gediversifieerd en geïntegreerd dan Greenyard Foods bijvoorbeeld, dat de hele keten van grond- en meststoffen tot verse groenten en fruit, diepvries en conserven beheerst. De familie Haspeslagh maakt de oversteek naar Amerika. De overname van het Canadese voedingsbedrijf VLM Foods levert een netwerk van klanten, logistiek en verkopers op. (De Tijd, 6 september) Bovendien koopt ze ook expertise in rond de complexe Amerikaanse regelgeving voor voeding en douaneformaliteiten.”
Dat is een belangrijk gegeven, stelt Patrick De Schutter: “Enerzijds is diepvries een sterke opmars aan het maken in de VS. Maar naar voedselveiligheid en hygiëne gelden daar andere en striktere regels dan bij ons. Noord-Amerika is dus een interessante, maar wel complexe exportmarkt. Het is dus veel goedkoper om een lokale speler met sterke knowhow in te lijven dan daar een eigen vestiging uit de grond te stampen.”
Ter Beke
Intussen rijgt een andere familiale speler in de voedingssector, de groep Ter Beke uit Waarschoot, de overnames aan elkaar. In de zomer werd ze eigenaar van de Franse pastamaker Stefano Tosseli en hun gezamenlijke joint venture voor Oost-Europa, The Pasta Company. Ook de Britse diepvries cateringgroep KK Fine Foods is sinds deze week in handen van Ter Beke. Hierdoor wordt de groep voor het eerst actief in maaltijdcatering en foodservice.
Ter Beke voert ook nog gesprekken met een Nederlands voedingsbedrijf, meldde De Tijd (11 september). Patrick De Schutter: “Ook hier speelt het element van schaalgrootte en efficiëntie. Hoewel er een sterke druk op de prijzen staat, heeft de groep de voorbije jaren zijn winstgevendheid fors opgekrikt. Het management wil nu eveneens doorgroeien naar 1 miljard euro omzet op termijn. En daarvoor heeft het naast organische groei uiteraard ook overnames nodig.”
Zowel Ardo als Ter Beke vormt een rolmodel voor andere familiebedrijven. “Ze tonen aan dat je moet vooruitkijken op lange termijn en durven out of the box te denken. Het verkennen van nieuwe markten en met de nodige dossierkennis zoeken naar interessante groeimogelijkheden, kan een sterke boost geven aan het elan en de performantie van het familiebedrijf”, besluit de co-gedelegeerd bestuurder van het IFB.