Nieuw erfrecht: Prachtig kerstgeschenk voor familiebedrijven.
Minister Koen Geens legt voor familiebedrijven een prachtig geschenk onder de kerstboom: een gloednieuw erfrecht dat veel perspectieven biedt.
Het huidig erfrecht dateert grotendeels van 1804 en bevat een aantal regels die zeer vervelend zijn met het oog op de regeling van de opvolging in het familiebedrijf. De wetgever maakt er nu komaf mee. We schetsen hierna de twee voornaamste wijzigingen.
BEPERKING VAN DE WETTELIJKE RESERVE
Een belangrijke regel in het erfrecht van 1804 is gelijkberechtiging van de kinderen. De gelijkberechtiging is geen sinecure, vooral wanneer het familiebedrijf het leeuwenaandeel van het vermogen van de ondernemer vormt.
De idee van de gelijkberechtiging komt tot uiting in het principe van de reserve. De reserve kan worden omschreven als het deel van de nalatenschap waarover de overdrager niet vrij kan beschikken via schenking of testament ten nadele van de reservataire erfgenamen. Dat zijn in hoofdzaak de kinderen en de langstlevende echtgenoot. De reserve of het voorbehouden deel is dus het deel van de nalatenschap dat zeker aan hen moet toekomen.
Het beschikbare deel is het deel van de nalatenschap, waarover de ondernemer wel vrij kan beschikken.
De omvang van de reserve en het beschikbare deel hangen af van het aantal kinderen:
Of de reserve al dan niet door schenkingen is overschreden, wordt gecontroleerd op het ogenblik van het overlijden van de ondernemer. Op dat ogenblik dient er een zogenaamde fictieve massa gevormd te worden.
Dat houdt in dat het vermogen van de ondernemer fictief hersamengesteld wordt alsof er tijdens zijn leven geen schenkingen gebeurd zijn.
AANTAL KINDEREN | RESERVE | BESCHIKBAAR DEEL |
---|---|---|
Een kind | 1/2 | 1/2 |
Twee kinderen | 2/3 | 1/3 |
Drie kinderen | 3/4 | 1/4 |
Vier kinderen of meer | 3/4 | 1/4 |
Problematisch daarbij is dat voor de hersamenstelling van het vermogen de schenkingen die tijdens het leven werden gedaan, gewaardeerd worden aan hun waarde op het ogenblik van het overlijden.
Indien bij de hersamenstelling van het vermogen blijkt dat de reserve aangetast werd, kunnen de erfgenamen de inkorting vorderen. De inkorting is de techniek die erin bestaat dat de schenkingen die het beschikbare deel overschrijden, moeten worden teruggegeven. Die teruggave dient in beginsel in natura te gebeuren.
Eén der hoekstenen van de hervorming bestaat erin dat de wettelijke reserve herleid wordt tot de helft, ongeacht het aantal kinderen. Dit heeft tot gevolg dat de overdrager over veel meer flexibiliteit zal beschikken om de opvolging te regelen. De helft van de nalatenschap kan immers aangewend worden om regelingen te voordele van de opvolger uit te werken.
ERFOVEREENKOMSTEN WORDEN MOGELIJK
In het huidige recht is het verboden om overeenkomsten te sluiten over niet- opengevallen nalatenschappen. Zo kan een ondernemer met zijn kinderen geen overeenkomst maken over de waarde van de aandelen in het familiebedrijf die aan de opvolger worden geschonken.
Voortaan zal het wél mogelijk zijn om dergelijke overeenkomsten te sluiten. Volgens volksvertegenwoordiger Carina Van Cauter (open VLD), die samen met Minister Geens de hervorming van het erfrecht aanstuurde, moet de erfovereenkomst aan volgende voorwaarden voldoen:
Alle vermoedelijke erfgenamen in rechte neerdalende lijn moeten betrokken zijn.
De overeenkomst vereist dat er een gelijkheid of een evenwicht op het tijdstip van het afsluiten van de overeenkomst wordt bereikt tussen de vermoedelijke erfgenamen in rechte nederdalende lijn, met betrekking tot de giften en voordelen die zij genieten. Het betreft een subjectief evenwicht dat door de betrokken partij zelf wordt beoordeeld. Het evenwicht en de motivatie worden uitdrukkelijk in de overeenkomst beschreven.
De kinderen van de erflater kunnen erin toestemmen dat hun eigen kinderen worden begiftigd, in hun plaats.
De overeenkomst kan eveneens de stiefkinderen toebedelen. Het betreft kinderen van de echtgenoot of van de wettelijke samenwonende partner.
De toestemming van de partijen bij de overeenkomst houdt de verzaking aan de vordering tot inkorting in.
De echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de erflater kan deelnemen aan de overeenkomst: indien hij dat doet, heeft zijn handtekening dezelfde uitwerking als de hierboven omschreven.
De overeenkomst heeft geen gevolgen ten aanzien van de vermoedelijke erfgenamen in rechte nederdalende lijn die haar niet hebben ondertekend.
PLANNING WORDT ZEER BELANGRIJK
De hervorming van het erfrecht heeft tot gevolg dat het mogelijk zal zijn om inzake opvolging in het familiebedrijf een gesofisticeerde erfrechtelijke planning uit te werken.
De hervorming werd vandaag op de ministerraad goedgekeurd. De parlementaire bespreking wordt begin 2017 aangevat in de hoop dat de hervorming midden 2017 wordt goedgekeurd.
Jozef Lievens
Gedelegeerd Bestuurder
Instituut voor het Familiebedrijf