Nieuw onderzoek van het Instituut voor het Familiebedrijf
Het blijft bijzonder wanneer een bedrijf de kaap van honderd jaar overschrijdt. Ondernemingen zijn daar terecht fier op. Familiebedrijven van meer dan honderd jaar springen nog meer in het oog. Zij zijn immers in een dubbele opdracht geslaagd: de continuïteit van het bedrijf verzekeren en tegelijk ook de familie die zich als aandeelhouder heeft weten te handhaven. Maar wat zijn de hefbomen en factoren die ervoor zorgen dat een familiebedrijf op lange termijn kan overleven en succesvol blijft? Die vraag werd de voorbije maanden op verzoek van het Instituut voor het Familiebedrijf onderzocht door prof. dr. Johan Lambrecht (KU Leuven). Het onderzoek levert een nieuw en uniek model op met 10 lessen voor een langdurig bestaan als familiebedrijf.
Het is de eerste keer dat een academisch onderzoek zich specifiek richt tot succesfactoren voor een langdurig bestaan van familiebedrijven. Nochtans zijn langlevende familiale ondernemingen geen uitzondering. Onderzoek naar de 250 grootste familiebedrijven ter wereld leert dat ruim een derde van hen al honderd jaar actief is. Maar Johan Lambrecht bestudeerde voor dit onderzoek ook een reeks bekende familiebedrijven die uiteindelijk niet overleefden. Dat levert tevens inzichten op rond waar het fout liep en waar familiebedrijven vandaag uit kunnen leren.
Een verklarend model voor langlevende bedrijven
Op basis van het onderzoek stelt het Instituut voor het Familiebedrijf vandaag een uniek verklarend model voor langlevende familiebedrijven voor. Enerzijds is het hen gelukt om al minstens honderd jaar als bedrijf te bestaan. Anderzijds hebben ze het voor elkaar gekregen dat dezelfde familie al die tijd (controlerende) eigenaar is gebleven van het bedrijf. Er zijn een reeks factoren die dit succes verklaren en die verband houden met het bedrijf zelf, maar ook andere die slaan op de eigenaarsfamilie. Ze werden gebundeld in onderstaande tabel.
Bedrijfsgebonden lessen | Familiegebonden lessen |
Openstaan voor externen | Familiale continuïteit als doel |
Internationalisering met respect voor de roots | Voortbouwen op het verleden |
Diversifiëren in het verlengde van de kernactiviteit | Tijdig afspraken maken binnen de familie |
Weerstaan aan overexpansie | Kunnen omgaan met succes als individueel familielid, familie en bedrijf |
Familie-eenheid | |
Snoeien en eenvoud |
We zetten kort de 10 lessen op een rij.
1. Familiale continuïteit als doel
Het voortbestaan van het bedrijf via familiale controle is de eerste prioriteit bij succesvolle familiebedrijven die langdurig overleven. Ze zijn gericht op de lange termijn en wachten geduldig af tot hun investeringen vruchten opleveren. Het is hun overtuiging dat beslissingen van vandaag steeds in de toekomst zullen lonen. Ze weten met andere woorden de doelstellingen op korte, middellange en lange termijn met elkaar te verzoenen. Familiale continuïteit als uitdrukkelijk doel maakt de gedeelde eigenaarsvisie uit van eigenaarsfamilies van honderdjarige familiebedrijven.
2. Voortbouwen op het verleden
Succesvolle familiebedrijven blijken een groot respect te hebben voor traditie en familiewaarden. Maar dat vormt geen hinderpaal voor vernieuwing en evolutie. Het koesteren van het verleden betekent ook leren uit de mislukkingen en gedreven zoeken naar verbetering.
3. Open staan voor externen
Een familiebedrijf dat wil professionaliseren, heeft baat bij het binnenhalen van bekwame externe managers en bestuurders. Dit levert nieuwe inzichten en knowhow op, zorgt voor een kritische kijk op de werking en het bestuur van de onderneming, en laat toe om familiekwesties het hoofd te bieden.
4. Internationalisering met respect voor de roots
Langlevende middelgrote en grote familiebedrijven internationaliseren vaak in een zeer vroeg stadium. Daardoor kunnen ze voorsprong nemen op concurrerende bedrijven. Tegelijk bouwen ze duurzame relaties met de lokale omgeving, hun “terroir”, wat mee voor verankering zorgt. Daardoor helpen ze zelf ook hun regio vooruit.
5. Tijdig afspraken maken binnen de familie
Vooruitziend gedrag is een hefboom voor langdurig succes. Familiebedrijven anticiperen op wat komt door afspraken te maken en te plannen. Ze beseffen dat kleine actuele beslissingen kunnen wegen op de toekomstige ontwikkeling. Deze afspraken nemen de vorm aan van een familiaal protocol, een familiecharter of aandelenoverdracht op papier.
6. Diversifiëren in het verlengde van de kernactiviteit
Ook diversificatie is een belangrijke bouwsteen. Familiebedrijven kunnen er hun eigenlijke core business mee ondersteunen, versterken of potentieel nieuwe niches ontdekken die kunnen uitgroeien tot een succesvolle activiteit die de teloorgang van historische producten en diensten kan vervangen.
7. Kunnen omgaan met succes als individueel familielid, familie en bedrijf
Een familiebedrijf is een systeem met het familielid, de familie en het bedrijf als de drie componenten die elkaar steeds beïnvloeden. Wanneer die drie onderdelen niet kunnen omgaan met succes, dan kan dat het einde van het familiebedrijf inluiden. Wanneer bijvoorbeeld het succes de familie naar het hoofd stijgt, geraakt ze vervreemd van de werkelijkheid. Succes uit het verleden is nooit een garantie voor succes in de toekomst.
8. Weerstaan aan overexpansie
Uit onderzoek blijkt dat langlevende bedrijven veeleer een conservatief financieel beleid voeren. Ze groeien en breiden uit, maar houden de lange termijn voor ogen. Bij overnames zijn ze voorzichtig en vermijden ze een bedrijf te kopen dat groter is dan henzelf. Het risico moet binnen de perken blijven, net om het voortbestaan van de onderneming niet op het spel te zetten.
9. Familie-eenheid
Voor het goed functioneren van de eigenaarsfamilie is familiale governance of het goed besturen van de familie onontbeerlijk. Als de neuzen dezelfde kant op wijzen, is het makkelijker om de koers van het bedrijf te bepalen. Betrokken families streven familiale harmonie na. Gestroomlijnde informatie en communicatie en het stimuleren van betrokkenheid door een inspirerend familiehoofd dragen daar toe bij.
10. Snoeien en eenvoud
Verschillende familiebedrijven hebben doorheen hun geschiedenis gesnoeid in het aandeelhouderschap om de structuur eenvoudiger te maken en de eigendom te concentreren. Een te grote versnippering van eigendom kan immers leiden tot desinteresse bij sommige passieve aandeelhouders of een gebrek aan eenheid in visie. De eigendom concentreren bij een beperkt aandeel eigenaars of activiteiten afsplitsen, helpen de eenvoud te bewaren. Soms wordt er ook gesnoeid in de dagelijkse leiding door het aantal actieve familieleden per familietak te beperken.
De volledige studie kan u hier raadplegen