Veel interesse voor het familiebedrijf bij jongeren

Jongeren hebben wel degelijk interesse om te ondernemen. Dat blijkt uit een enquête bij 350 laatstejaarsstudenten in het hoger onderwijs, in opdracht van het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB). De helft van de jongeren afkomstig uit een familiebedrijf, geven aan dat zij op termijn ook een actieve rol willen opnemen in die onderneming.

Professor Johan Lambrecht en Bart Henssen, onderzoekers van het Studiecentrum voor Ondernemerschap aan de KU Leuven (campus Brussel), voerden in het voorjaar een onderzoek uit bij 350 laatstejaarsstudenten in de richtingen master handelswetenschappen en professionele bachelor bedrijfsmanagement, office management en toegepaste informatica. Er werd gepolst naar de professionele droom van de studenten, in welke bedrijven ze willen werken meteen na de studies en indien ze afkomstig waren uit een familiebedrijf, gingen de onderzoekers ook na hoe ze hun toekomstige rol in het bedrijf zien.

Zijn er nog opvolgers?

Dit onderzoek werd gevoerd naar aanleiding van de Dag van het Familiebedrijf, het jaarlijkse congres van het Instituut voor het Familiebedrijf, dat gisteravond plaatsvond in Gent. Jozef Lievens, gedelegeerd bestuurder: “Onder de noemer “Zijn er nog opvolgers?” focuste ons congres op de vraag of jongeren vandaag nog interesse hebben om de leiding te nemen in familiale ondernemingen of er een andere actieve rol te spelen. We weten immers dat de komende vijf tot tien jaar in tienduizenden familiebedrijven een opvolging of overdracht aan de orde is. Daarom vroegen we de onderzoekers het ondernemerschap bij jongeren en hun bereidheid om de leiding te nemen in een familiebedrijf te peilen.”

Professionele droom

Dat afstuderende jongeren vandaag een job met veel afwisseling verkiezen (59%) of een job die een goede balans oplevert met het gezin en vrijetijdsbesteding (42%) , zal weinigen verbazen. Maar de andere topantwoorden op de vraag naar hun professionele droom, tonen een duidelijk ondernemende ambitie: 43% van de ondervraagden wil een eigen bedrijf leiden, 31% ziet een functie als CEO als professioneel summum.

Verkozen werkomgeving na de studies

Na zijn studies zou 1 op de 2 jongeren het liefst aan de slag gaan in een groot niet-familiaal bedrijf. Een groot familiebedrijf komt op de tweede plaats, gevolgd door niet-familiale kmo’s en familiale kmo’s. Een vierde van de laatstejaarsstudenten denkt eraan om meteen een eigen bedrijf op te starten in België. Ook de overheid blijkt populair: 3 op de 10 jongeren zien het wel zitten om hun loopbaan bij de overheid te beginnen.

Perceptie familiebedrijven

De onderzoekers peilden de verschillen in perceptie tussen familiebedrijven en niet-familiale ondernemingen. Familiebedrijven worden door de studenten beschouwd als ondernemingen die zorgen voor een hogere waardecreatie, die meer aandacht besteden aan werksfeer en deugdelijk bestuur, en die een hogere kwaliteit van producten en diensten afleveren. De niet-familiale bedrijven krijgen hogere scores inzake innovatie, strategie, groei en internationalisering.

Opvolgers uit familiale ondernemingen

Bijna één op de drie van de ondervraagde jongeren is afkomstig uit een familiebedrijf. Bij een kwart van die familiebedrijven zal eigendomsoverdracht binnen de 10 jaar al aan de orde zijn.

Van de studenten uit een familiebedrijf wil zowat de helft een actieve rol opnemen in de onderneming (eigenaar, bestuurder, leidinggevende). Hun belangrijkste motivering daarvoor is: om zichzelf uit te dagen, omdat ze positieve gevoelens hebben over het familiebedrijf en omdat ze hun eigen baas willen zijn. Ook een emotionele band met het bedrijf of het willen voortzetten van de familietraditie blijken vaak een rol te spelen.

Aan de studenten die een actieve rol willen opnemen, werd gevraagd of ze zich goed voorbereid voelen op die toekomstige rol. Zelf geven ze aan dat zich het minst goed voorbereid voelen inzake technische kennis, strategie en leiding geven.

De grootste hindernissen waarom studenten geen actieve rol willen spelen in het familiebedrijf zijn: de activiteit van de onderneming en de vereiste technische kennis, andere persoonlijke ambities en het financiële risico.

Indien u nog meer wil weten, kan u hier een ruime samenvatting van het onderzoek lezen.

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer