ZAAK COUCKE : Verkoper vlug op de wip na verkoop familiebedrijf
De verkoop door Marc Coucke van Omega Pharma aan Perrigo kent een moeilijke nasleep. Perrigo weigerde op de jaarlijkse algemene vergadering zelfs kwijting te verlenen aan Marc Coucke voor de uitoefening van zijn bestuursmandaat. Dit is eerder ongebruikelijk en wijst op een conflict tussen koper en verkoper.
Wie vertrouwd is met de verkoop van familiebedrijven is niet verwonderd over dit voorval. In veel gevallen worden voormalige eigenaars gevraagd om actief te blijven in het familiebedrijf nadat het is verkocht. Maar even vaak loopt deze samenwerking mis. De voormalige eigenaar kent het bedrijf en zijn stakeholders door en door. De koper heeft ten aanzien van hem een belangrijke kennisachterstand. Om toch greep te krijgen op het bedrijf duikt de koper in de cijfers. Op die manier probeert hij grip te krijgen op de voormalige eigenaar, stelt Maarten van de Kimmenade in zijn doctoraatsproefschrift “Verkoop van het familiebedrijf. Psychologische aspecten”.
De verkoper van zijn kant ervaart vaak een gebrek aan respect en waardering voor hetgeen in het verleden werd gerealiseerd. Hij heeft ook moeite met de nieuwe hiërarchische situatie. De samenwerking tussen koper en verkoper na de verkoop van het familiebedrijf kan volgens Van de Kimmenade slechts positief zijn, als de verkoper respect en waardering opbrengt voor wat in het verleden door de verkoper en zijn werknemers werd neergezet. Er dient op basis van gelijkwaardigheid en niet vanuit een controledrang met elkaar te worden omgegaan. Anders duurt de samenwerking niet lang. In het geval van Marc Coucke was dat een dik jaar.
Een troost voor Coucke is dat hij uiteindelijk met 3,6 miljard Euro naar huis ging. Ook dat komt terug in de research van Van de Kimmenade. De verkoper is meestal persoonlijk tevreden over de verbetering van zijn financiële situatie. Maar over wat er met het bedrijf gebeurt en over de samenwerking met de koper is koper meestal veel minder te spreken.