Hocus pocus met de voorraden: slot

Patrick De Schutter

In de vorige vier delen hebben we uitvoerig kennisgemaakt met de problematieken die gepaard kunnen gaan met onder andere de kwantiteit, de bruto waardering, de waardeverminderingen, lagere marktwaarde, de afgrenzingen tussen boekjaren bij projecten in uitvoering en de methode van de toewijzing van de directe versus de indirecte kosten.

In deze afsluitende blog hebben we het over een heel specifiek probleem dat zich enkel stelt bij ondernemingen die de IFRS-boekhoudregels toepassen (International Financial Reporting Standards) en die in het kader van de overname van een ander bedrijf voorraden verwerven.

Omwille van het IFRS-concept van “Purchase Price Accounting under Business Combinations” kan u de verworven voorraden niet overnemen aan dezelfde waarde als ze in de boeken van de overgenomen vennootschap staan.

We spreken van een Business Combination onder IFRS wanneer een onderneming “de controle” verwerft over een andere onderneming. Dat betekent niet noodzakelijk dat zij de meerderheid verwerft van de aandelen of zelfs van de stemrechten van de aandelen. Zoals de term het stelt betekent het “de facto controle” verwerven. Dat dient dus te worden bekeken zowel “in rechten” als “in feiten”.

Er is sprake van een “Business Combination” als door het samenleggen van alle feitelijke elementen de overnemende onderneming een absolute zeggenschap heeft, controle heeft over en toegang tot de activa en de passiva van de overgenomen onderneming. In de context van beursgenoteerde ondernemingen met wijdverspreid aandeelhouderschap is dat ook mogelijk met een minderheid van de aandelen en de stemrechten.

In deze situatie schrijven de IFRS-boekhoudregels voor dat de verworven activa en passiva in de boeken van de overnemende en dus consoliderende onderneming moeten worden opgenomen tegen de “Fair Value” oftewel de “faire marktwaarde”. Dat betekent dat ze niet tegen de boekwaarde of de kostprijs worden opgenomen, maar wel tegen de faire marktwaarde op het moment dat de facto controle een feit is.

De verworven activa en passiva maken het voorwerp uit van een diepgaande objectieve waardebepaling. Die waarden worden opgeteld, en het verschil tussen deze som en het overnamebedrag is de “initiële goodwill” die op dag nul in de balans verschijnt. Het kan ook badwill zijn, in het geval dit verschil negatief is.

De initiêle goodwill wordt elk jaar getoetst om te kijken of er eventuele waardeverminderingen op geboekt moeten worden. De goodwill wordt niet afgeschreven, in tegenstelling tot in het Belgische boekhoudstelsel.

Wanneer we dit alles op de voorraden betrekken wordt het opnieuw een moeilijke materie. De “faire marktwaarde” van bepaalde soorten voorraden is immers niet zo eenvoudig te bepalen. Zo is het moeilijk een faire marktwaarde te bepalen van voorraden die onderhevig zijn aan seizoenseffecten, zoals bederfbare goederen of modeartikelen.

En toch is net die faire marktwaarde de hoeksteen van alles. Stel nu dat de overnemer een te lage faire marktwaarde kleeft op de overgenomen voorraden en in realiteit al weet dat ze tegen veel betere voorwaarden in de markt kunnen gezet worden. Wat gebeurt er in zo’n geval? Dan zullen in de toekomst wanneer deze goederen verkocht worden hogere winstmarges behaald worden. En hoe wordt de waarde van een bedrijf en bijgevolg haar aandelen bepaald? Juist, een multiple op de bedrijfswinsten! Dus hoe beter de bedrijfswinsten, hoe hoger de waarde van het bedrijf. Interessant om goedkoop financiering of vers kapitaal op te halen, om weer overnames te gaan doen. En intussen gebeurt er niks met de goodwill die te hoog was aangezien de voorraden tegen een te lage waarde gewaardeerd werden. Die goodwill blijft gewoon staan.

Zeg nu zelf, als dat geen hocus pocus is dan weet ik het niet meer!

Ik hoop dat u dit minireeksje verhelderend vond en er iets uit heeft opgestoken.

Patrick De Schutter
Bedrijfsrevisor-Vennoot KPMG
Co-gedelegeerd bestuurder familiebedrijf.be

Lees ook

Deel 1: Hocus pocus met de voorraden: waarom zijn voorraden een ideaal tovermiddel voor veel (familie)bedrijven?

Deel 2: Hocus pocus met de voorraden: het belang van het begrip kwantiteit

Deel 3: Hocus pocus met de voorraden: de variabele 'prijs'

Deel 4: Hocus pocus met de voorraden: werken in uitvoering

Terug naar het overzicht

Opvolgersscan

Als eigenaar/bedrijfsleider van je familiebedrijf heb je wellicht het liefst dat één of meerdere kinderen op een bepaald moment het roer overnemen.

Maar hoe bepaal je als ouders objectief of je kinderen hiervoor aangewezen zijn? Patrick De Schutter ontwierp hiervoor de Opvolgersscan.

Een niet-familiale CEO: zes aandachtspunten

Samenwerken met een niet-familiale CEO loopt niet steeds van een leien dakje.

Jozef Lievens stipt 6 factoren aan die het aantrekken van en de samenwerking met een externe CEO kunnen maken of kraken.

Meer weten?

Vier soorten governance in het familiebedrijf

Er wordt vaak beweerd dat governance in familiebedrijven complexer is dan in niet-familiebedrijven. Dat is ongetwijfeld juist. De oorzaak hiervoor is te vinden in het feit dat een familiebedrijf bestaat uit een aantal componenten die elk een aparte soort governance vereisen.

Volgens Jozef Lievens zijn er vier soorten governance vereist :

  • ownership governance
  • business governance
  • family governance
  • wealth governance
Lees meer

Raad van bestuur of raad van advies

Veel familiale ondernemers stellen zich de vraag of ze beter met een echte raad van bestuur of met een raad van advies van start gaan. Volgens Sofie Lerut hebben beide pistes zekere voordelen, maar er zijn belangrijke verschillen.

Lees meer